Gedrag

Paarden zijn vluchtdieren en dat betekend dat ze bij gevaar het liefst zo hard mogelijk weg willen rennen. Ook zijn paarden gevoelig voor geluiden, gil daarom nooit als er iets is. Paarden zijn van nature kuddedieren, die het liefst in grote groepen samenleven. Ze praten niet met elkaar zoals wij, maar geven elkaar met hun lichaamstaal aan wat ze bedoelen. Als je die signalen leert begrijpen weet je wat een paard voelt of denkt. Dat is belangrijk want dat voorkomt onbegrip. Als je snapt hoe een paard in de natuur leeft en zich in een kudde gedraagt weet je beter hoe hij zal reageren. Dat maakt de omgang met paarden en het berijden leuker. In een kudde leeft een paard tussen soortgenoten. Hij is daarom niet alleen. Als je in je eentje ergens rijdt en je komt andere paarden tegen, dan zal jou paard achter die anderen aan willen in plaats van naar jouw te luisteren. In een kudden doen paarden het gedrag van elkaar na: als er een paar gaan rennen wil de rest mee. Binnen in een kudde hebben ze vriendjes maar ook paarden die ze wat minder graag mogen. Eentje is de baas. Als je met z'n allen achter elkaar rijdt is het belangrijk om voldoende ruimte tussen de paarden te houden, zodat paarden die elkaar niet zo mogen niet lelijk tegen elkaar gaan doen. Het is makkelijk aan een paard te zien hoe hij zich voelt: je kijkt naar de oren. Staan die naar voren dan is hij in een vriendelijke bui. Staan ze opzij is het paard ongeïnteresseerd een beetje moe. Staat er één oor naar voren en de ander naar achter hoort het paard iets achter zich. Staan de oren naar achter betekent dat meestal dat het paard boos of bang is, maar heel soms hoort hij dan iets van achter. 

Maak jouw eigen website met JouwWeb